Het orgel is in 1817 door N.A. Lohman gebouwd in de Schnitger/Hinz traditie, een instrument met een forse klank. In de loop van de tijd werden verschillende reparaties uitgevoerd zoals in 1865 door N.A.G. Lohman, in 1874 door P. van Oekelen en in 1932 door de Fa. Spiering. In 1964 voltooiden de Gebrs. Van Vulpen een grote restauratie waarbij het orgel teruggebracht werd naar de toestand van 1817. Vanaf 1980 zijn diverse correcties uitgevoerd op de restauratie van 1964. Het orgel heeft twee manualen en een zelfstandig pedaal met 28 stemmen, verdeeld over hoofdwerk 13 stemmen, rugwerk 8 stemmen en het pedaal 7 stemmen. Een groot deel van het houtsnijwerk was in 1956 beschadigd geraakt tijdens een brand op de zolder. Hier was het tijdelijk opgeslagen tijdens de kerkrestauratie. Het houtsnijwerk werd in etappes gerestaureerd en teruggeplaatst: In 1981 werden de vier vazen teruggeplaatst op het orgel, in 1988 werd de gerestaureerde en aangevulde ornamentiek ter weerszijden van het rugpositief weer aangebracht.