Historie van de kerk

Geschiedenis

De huidige laat-romaanse kerk kwam tot stand in de 13e eeuw, in twee aaneensluitende fasen. De binnenmuren van de drie westelijke traveeën werden opgemetseld met tufstenen van het vorige kerkgebouw. De kerk was gewijd aan Sebastianus en Fabianus. 

 In 1652 werd naar een ontwerp van Adam van Collen de 50 meter hoge toren voltooid, ter vervanging van een lage vrijstaande 13de-eeuwse toren aan de noordkant. De toren is daarmee een baken in het wierdenlandschap en voor de mensen die de Waddenzee bevaren. Bouwmeester Adam van Collen was verantwoordelijk voor de vormgeving die soms ietwat oneerbiedig bestempeld wordt als ‘Early Bommelstonian’. De toren heeft een octogonale bovenbouw met koepel, het geheel rustend op een vierkante basis. De bovenbouw wordt bekroond door een open ‘ui-vormige’ spits. In het torenportaal wordt het koperen inlegwerk van de zerk voor Hermannus Jarghes (1506) bewaard. De reeks grafstenen dateert uit later tijd. Bij de restauratie van 1953 - ’57 zijn de spitsboogramen uit de 19e eeuw vervangen door de oorspronkelijke lancetvormige ramen. Oude portalen zijn deels hersteld en voorzien van sluitbalken. In de toren hangen twee luidklokken, een uit 1390 en eentje uit 1752, gegoten door J. Borchhardt.  

De opstelling van de meubels uit de vroege 19e eeuw is kenmerkend voor de protestantse periode: tegen de zuidwand de kansel, daaromheen de banken, en het koor afgescheiden als avondmaalsruimte. Tegenover de kansel staat de herenbank voor familie de Alberda, die in 1817 het orgel, gebouwd door N.A.Lohman, schonk. de Groningse architect Mattheus Walles en zijn zoon Anthonie Walles, die ook de beelden maakte voor het orgel van de Der Aa-kerk in Groningen, toen dat in 1815 uit de Broerkerk daarheen werd overgebracht. Op de panelen van de kansel zijn de geboorte van Christus, de vlucht naar Egypte, de graflegging, de opstanding en de Hemelvaart afgebeeld. Alles in opdracht van de toenmalige collator Goosen Geurt Albeda van Dijksterhuis.

Na de restauratie van 1957 is de massieve doopvont van basaltlava (een soort tufsteen), daterend uit de vroege 13e eeuw, vanuit het Groninger Museum teruggekeerd.