Fabianus

Fabianus was geen belangrijk man, ook geen geestelijke. Nieuwsgierigheid had hem naar het centrum van Rome gebracht; dezelfde nieuwsgierigheid die tegenwoordig mensen naar Rome drijft bij de verkiezing van een nieuwe paus. Daar stond hij dan, overdonderd, tussen allerlei belangrijke figuren, pratend over de nieuw te kiezen paus: moest deze machtig zijn, welsprekend, moedig? Opeens, tijdens deze discussie, kwam er een duif naar beneden, die op het hoofd van Fabianus neerstreek. Alsof de Heilige Geest op Fabianus neerdaalde. Iedereen die dit zag werd gegrepen door deze gelijkenis en de onbekende Fabianus werd waardig gevonden om tot paus gekozen te worden. Hij was de twintigste paus. Na Fabianus’ verkiezing nam de vervolging af en begon onder het bewind van keizer Philippus een tijdperk van betrekkelijke vrede. Daardoor kreeg Fabianus de ruimte om de kerk te organiseren en uit te breiden. Hij benoemde zeven diakens voor zeven districten en zeven subdiakens om de werken van de martelaren op te tekenen. Hij stuurde zeven bisschoppen vanuit Rome op weg om de Galliërs te bekeren en de kerk aldaar te organiseren. Ook stond hij bekend om zijn liefde voor de armen en zijn zorg voor christelijke begraafplaatsen. De groei van de kerk had ook een keerzijde; de machtigen voelden zich bedreigd door de nieuwkomers en na de dood van Philippus kwamen de christenvervolgingen weer op gang. Fabianus stierf op 20 januari 250 als een van de eerste slachtoffers de marteldood tijdens de vervolgingen onder keizer Decius (249-251). Hij werd begraven in de catacomben van Calixtus. Later werd zijn lichaam verplaatst naar de Basilica di San Sebastiano fuori le Mura te Rome waar men in 1915 zijn lijkkist terugvond. Vandaar dat hij op dezelfde dag wordt gevierd als Sebastianus († 258; feest 20 januari) en altijd met hem in één adem wordt genoemd. Zijn feestdag is bij de katholieken op 20 januari en bij de orthodoxen is dat op 5 augustus. Hij wordt doorgaans afgebeeld met tiara, boek en een staf met een patriarchaal, pauselijk of ‘herkruist kruis’. Hij is patroon van pottenbakkers en tingieters.